top of page
Search

Ephemeral Focus - tekst over de expo door Sofie Crabbé

Curator Sofie Crabbé schreef een tekst naar aanleiding van de group expo Ephemeral Focus.

Tussen de artistieke praktijk van Evelien Cammaert, Lola Daels, Karl Van Welden, Joris Perdieus, Kevin Trappeniers en Nick Steur lopen veel (on)zichtbare lijnen. Zo bleek alvast uit Ephemeral Focus, een tentoonstelling met werk van deze zes kunstenaars, ondergebracht in de intieme ruimten van de begijnhofhuisjes in Hasselt in april 2021. Ephemeral Focus was een ontmoeting tussen hun benaderingen en creaties, en een beginpunt voor nieuwe en andere constellaties. Opvallend was het raakvlak tussen podium en beeldende kunst, naast een gedeelde meditatieve, poëtische onderstroom, een fascinatie voor een directe, subtiele taal en een fijngevoeligheid voor het creatieproces als artistieke ingreep. Elke artistieke uiting op zich was (on)bewust ingebed in een onderzoek naar de kosmos en de menselijke perceptie van tijd. Hun creaties getuigden van aandacht voor geïsoleerde, vaak broze momenten, al dan niet in combinatie met een waakzaamheid voor wat er in de samenleving gebeurt.


Als prille twintiger leerde ik van de Duitse fysicus Max Planck hoe we de wereld kunnen opvatten als een reeks clusters van vibratie. In Das Wesen der Materie beschouwt hij materie als de manier waarop de vibratie bij ons overkomt. In een van zijn laatste lezingen in Florence merkte hij op: “Ik heb mijn hele leven gewijd aan de meest evidente wetenschap, aan het onderzoek naar de materie, en ik kan u als resultaat van mijn research van atomen het volgende vertellen: er is geen materie als zodanig. Alle materie is afkomstig van en bestaat alleen op grond van een kracht die het atoomdeeltje in vibratie brengt en dit minieme atomaire zonnestelsel bij elkaar houdt.” Bij het nemen van de tijd om zuiver te kijken naar de kunstwerken, kwamen dit denkbeeld als vanzelf aanwaaien. Net als de prikkelende wetenschap dat het zonnestelsel en dus ook menselijke lichamen uit sterrenstof bestaan, namelijk atomen die vrijkwamen bij de ontploffing van sterren om vervolgens opnieuw te beginnen clusteren.

De creatieve interventies waren discreet aanwezig. Zoals The Healing Room, een kleine ruimte waarin een sobere amfoor was opgehangen. “Ik hou ervan om negatieve ruimte (leegte, versus positieve ruimte, niet-leegte, sc) te isoleren,” vertelt Joris Perdieus, “De Japanse term ma fasineert me. Ma verwijst naar de ruimte tussen de dingen, zoals de zogenaamde ‘lege’ ruimte in een kruik. Deze tussenruimte is bijna belangrijker dan het ding an sich. Door embodied simulation, namelijk door het prikkelen van de zintuigen, wil ik een mentale verplaatsing naar deze ruimte mogelijk maken.” Perdieus’ werk, inclusief zijn theoretische essays en scripts voor performances, zijn stevig verankerd in de conceptuele traditie. Uit de buik van de kruik waren binaural beats waarneembaar. De geluidscompositie bestond uit twee permanent doorlopende sinustonen met een licht verschillende geluidsfrequentie die in de hersenen een derde toon creëerden en een lichamelijke ervaring veroorzaakten in de vorm van een diepe ontspanning. Dit vormgeven van de onmiddellijke waarneming en het onderzoeken van menselijke perceptie, deelde The Healing Room met de andere artistieke ingrepen van Ephemeral Focus.

De zintuiglijke prikkelingen gingen er hand in hand met een zoektocht naar een beter begrip van de plaats van de mens binnen de kosmos, maar ook een tasten naar een essentie voorbij tijd en ruimte. Het beeld van het universum was volgens de Japanse Boeddhistische monnik Sengai Gibons een cirkel, een driehoek en een vierkant. Hij bracht de drie geometrische basisvormen vervolgens met drie penseelstreken aan op doek. De cirkel representeert het oneindige en de basis van al het leven. Het schilderij vormde de inspiratie voor Kevin Trappeniers’ One Room One Light - the universe, processed, een ruimtelijke weergave van de oervormen als op zichzelf staande minimale ruimtes, in diverse, soms lichtgevende materialen. De kunstenaar creëerde er al reducerend nieuwe ‘lege’ ruimtes vol mogelijkheden.

The Gifts From The Silver Rock Garden Are Revealed Only On Clousless Nights roept vervolgens vragen op zoals ‘wat gebeurt er wanneer de epische tijdlijn van twee kleine stenen kruisen met de tijdlijn van de mens?’ Voor dit werk zocht Joris Perdieus bewust naar twee steentjes in een landschap om ze vervolgens zorgvuldig in aluminiumfolie te wikkelen en op een van de muren te presenteren. Ik las het proces van zoeken, focussen, inzoomen, vinden en isoleren als een bescheiden ritueel in zijn aftasten van het wezenlijke. Nederlander Nick Steur maakte een nieuwe, kinetische installatie Orbit. Twee grote, marmeren stenen draaiden repetitief in een cirkel om elkaar heen. In de beweging en de schier oneindige herhaling konden de bezoekers van de tentoonstelling mogelijk een link zien met Eternal Chase, een aaneenschakeling van rond zijn as draaiende kleine bolvormen van de hand van Joris Perdieus. De roterende sculpturen leken ons te willen herinneren aan een cyclisch tijdsbegrip, waarbij men ervan uitgaat dat kosmische gebeurtenissen regelmatig terugkeren, als een eeuwige opeenvolging van nieuwe werelden. Een punt van verschil was dat Steur de beweging van Orbit tijdens de tentoonstelling steeds opnieuw diende te activeren. Het kunstwerk werd dus live gemaakt. “Ik voel me verantwoordelijk om het publiek de mooist mogelijke ervaring te bezorgen,” zegt hij hierover. Zijn live performance en generositeit herinnerden me aan a piece of 2, een optreden in de openbare ruimte waarbij hij voor een tijdspanne van zeven uur per dag, minstens vier dagen op rij, twee reusachtige rotsblokken van drie ton bedachtzaam en op steeds andere manieren op elkaar plaatste. De verkregen balans was fragiel, het hield stand totdat een onzichtbare trilling het evenwicht verbrak. De creatie, het tarten van de zwaartekracht, het immense geduld en de intense concentratie waren ontroerend, want de constructie was onvermijdelijk telkens gedoemd om zichzelf te vernietigen.

De bewegingen aanwezig in Ephemeral Focus waren vaak amper waarneembaar. Een van de minst opvallende ingrepen in de tentoonstelling was wellicht Take Away. Kevin Trappeniers verwijderde behoedzaam een keramieken vloertegel uit een van de begijnhofhuisjes. De zorgvuldig bijeengeraapte brokstuken en het vrijgekomen stof ving hij op, met de intentie om het later in een andere ruimte, op een oppervlakte met dezelfde afmetingen, te integreren. “Deze kleine ingreep beschouw ik als het beginpunt van een reizende interventie, een perpetuum mobile, een kettingreactie” zegt Trappeniers. “Ik wil dit gebaar dat begrippen als migratie, identiteit, ontworteling, mutatie, co-existentie, verbinding, verwelkomig/ongewenstheid aankaart, op verschillende locaties herhalen. Ik wil met andere woorden ruimtelijke fragmenten inbedden in andere ruimtes, waarbij het niets of de afwezigheid wordt gebruikt als een mogelijkheid voor aanwezigheid.”

Het talent om amper zicht/hoorbaar aanwezig te zijn, beheerst ook Karl Van Welden als geen ander. In zijn installatie Column speelt hij met verscheidene lage geluiden die gepaard gaan met vulkanische activiteit. Het merendeel van deze akoestiek ligt onder de frequentielimiet van het menselijke gehoor. Door de trillingen begint een zuil van fijn as naar beneden te dwarrelen. Column maakt deel uit van zijn Verenigde Planeten/United Planets, een cyclus gebaseerd op de menselijke aanwezigheid in het universum. Met de planeten uit ons zonnestelsel als ankerpunt zoekt hij er naar mogelijke antwoorden. Column refereert samen met andere werken naar Mars, een vulkanische planeet die staat voor de strijd tussen fysieke elementen. Het is een werk dat bij me blijft nazinderen, niet in het minst omwille van de poëtische beeldkracht en het beeld als archetype van mogelijk dood en verderf. Die tweespalt tref ik ook aan in zijn video-diptiek Homo Bulla. Hij geeft er het begrip draagkracht, kwetsbaarheid en tijdelijkheid een nieuwe dimensie. De kunstenaar liet er een witte luchtbel zweven in verlaten smalle steegjes van Venetië en vervolgens in enkele strakkere lanen in Hongkong. Tijdens Ephemeral Focus toonde Van Welden noch Column of Homo Bulla, maar wel (onder andere) zijn installatie Black rain, fallout I. Op een onvoorspelbaar tijdstip viel er ieder etmaal een druppel fijn roet van het plafond op een papieren oppervlak. Als bezoeker zagen we de sporen. Een zwarte ronde spat tekende zich af op een papieren drager, soms geflankeerd door een of meerdere kleinere spikkels. De bescheiden druppel, het minimale, bijna onopvallende gebaar, de traagheid, het kan rustgevend ogen. De referentie naar zwarte regen opent weliswaar onvermijdelijk ook een gitzwarte bladzijde uit de geschiedenis, namelijk de vernietigende explosie van een atoombom en de daaropvolgende radioactieve roetregen die de Japanse stad Hiroshima in 1945 in het hart trof en honderdduizenden slachtoffers maakte.

Efemeral Focus en bij uitbreiding de volledige praktijk van de zes kunstenaars kijkt vaak door een kritische bril naar de samenleving, waarbij catastrofes, ecologische rampen, economische crisissen, terroristische aanvallen en de impact op ons denken (im)pliciet de revue passeren. Zoals de installatie Tipping Point. Kevin Trappeniers goot lege, gebruikte ballonnen in een blok paraffine. Het object, een slagveld van ineengeschrompelde ballonnen oogt als een verstild miniatuurlandschap. Het is een soort technofossiel, mistroostige, menselijke sporen van het hier en nu zorgvuldig bewaard als een opmerkelijk artefact voor volgende generaties. Onder de esthetiek schuilt er ook een waarschuwende, wat fatalistische laag, als een herinnering aan de fragiliteit van (mensen)lichamen en vraagstellingen over de impact van de mens op zijn omgeving.

Lola Daels maakte voor de tentoonstelling soapstones, kleurrijke, lekker geurende zeepjes die telkens de vorm aannemen van een minerale steen uit het Alborz-gebergte, in het noorden van Teheran, Iran. De zeepjes zijn uitgestald op glanzend zwarte eilanden met zacht golvende randen. De vorm van de dragers refereren naar de hoogtelijnen van het gebergte. De objecten zijn veel meer dan een esthetisch, zinnelijk souvenir van Daels aan haar verblijf als artist in residence bij Kooshk in Iran. Ze raken grotere, maatschappijkritische topics aan en stellen urgente, klimatologische vragen. De steen die ze transformeerde tot zeepjes kocht ze bijvoorbeeld voor amper 0,30 euro van een straatventer, een deflatie van de marktwaarde door de economische crisis veroorzaakt door de Amerikaanse sancties. Zonder met de vinger te wijzen neemt ze ook thema’s als (re)productie, globalisatie en vervalsing onder de loep, en onderzoekt ze concepten als authenticiteit en waarde.

Deze twee begrippen verkende ook Evelien Cammaert van naderbij in de installatie Glowachrome Copies. Op twee verschillende muren projecteerde ze synchroon dia’s van hetzelfde archiefbeeld van een tuin- of landschapsfragment, bijvoorbeeld een boomkruin badend in een warm, oranjerood licht of frisgroen gebladerte in de ochtendnevel. Op de ene muur was een projectie van de originele dia waarneembaar, op de andere een duplicaat. De tijd deed zijn werk, kleuren vervormden lichtjes, stofjes kregen vrij spel. Recent nog liet Cammaert in haar performance Glowachrome Garden schuivende schermen en geluidsopnamen op de projecties los, steeds opnieuw spreekt ze een ander soort kijken aan.

Efemeral Focus legde niets uit, maar deed des te meer voelen. Het raakte aan kosmische energieën en reikte subtiele suggesties aan die deden reflecteren en die de vleugels van de tijd voor even vertraagden.


Sofie Crabbé


bottom of page